De voortdurende discussies rondom bezuinigingen op de Jeugdzorg hebben vooralsnog geleid tot het bevriezen van de huidige budgetten voor gemeenten. Feitelijk betekent dit alsnog een bezuiniging omdat inflatie en bijbehorende loonstijgingen hierdoor niet worden gecompenseerd. Het beste wat je ervan kunt maken is dat de huidige tekorten minder snel oplopen dan voorzien was.

Waarom ligt de financiering van Jeugdzorg zo onder een vergrootglas en waarom staat deze zo onder druk?

Algemeen wordt gesteld dat de vraag naar deze zorg groeit en in het verlengde daarvan dat de vraag naar zorg die als “niet-acuut en licht” wordt gekwalificeerd een te groot aandeel inneemt in de financieringsbehoefte. Hierdoor blijft er te weinig geld over om de “acute en zwaardere” zorgvragen in te vullen. Onze minister gebruikt deze scheiding van zorgvragen als reden voor de tekorten.

Hiermee komen we direct in de discussie: wat is een acute en zware zorgvraag en wat vinden we niet acuut en licht? Een discussie die niet te voeren is, simpelweg omdat het hier om persoonlijke beleving gaat. Is een jongere met depressieklachten een lichte, niet acute zorgvrager? Wordt deze jongere pas als er sprake is van suïcidale gedachten een acute en zwaardere zorgvrager? En zo ja, moeten we dan wachten met hulp bieden tot het moment dat de zorgvraag zich kwalificeert? Of is het juist verstandig om de lichtere zorgvragen serieus te nemen vóór deze leiden tot acute zorg?

We vergeten in de hele discussie soms dat we te maken hebben met jongeren die in een tijd leven waarin grote sociale, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Ik durf gerust te stellen dat zij te maken hebben met ontwikkelingen op een schaal die voorgaande generaties niet hebben gekend. Dit alleen al zorgt voor uitdagingen in het opgroeien die het hoofd geboden moeten worden.

Op sociaal gebied hebben jongeren en kinderen te maken met een veel grotere kring dan voorheen; waar je sociale kring vroeger bestond uit personen dichtbij, is deze door Social Media uitgegroeid tot enorme proporties. De jeugd heeft al jong zicht op de grote wereld met al haar verleidingen en gevaren en wordt gebombardeerd met schoonheid, succes en geluk. Tegelijkertijd zijn kinderen zelf ook in beeld bij de grote wereld en heeft deze wereld rechtstreeks invloed op hun welzijn. Kinderen zijn helemaal niet in staat om deze schaalvergroting te absorberen en daarbij behorende gevoelens te kanaliseren. Voortschrijdende technologische ontwikkelingen hebben daarmee een enorme invloed op het sociale welzijn van onze jeugd.

Daar komt bij dat er de afgelopen jaren enorm is geïnvesteerd in grotere arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen. Meer werk en meer studeren betekent minder tijd voor gezin en sociale ontwikkeling. Kinderen groeien in toenemende mate op in gezinnen waar ouders minder aanwezig zijn. Er wordt daardoor meer verdiend, financiën lijken belangrijker te zijn geworden dan sociale structuren. Opvoeden wordt meer en meer in de schoot gelegd van school die daar niet voor is bedoeld en kinderen missen de veiligheid van thuis.

De combinatie van deze 2 leidt tot meer problematiek in het opgroeien die bovendien niet meer wordt opgevangen in bestaande sociale structuren omdat deze minder sterk zijn geworden.

We moeten daarbij optellen dat psychologische zorg zich, net als fysieke zorg, ontwikkelt en we tegenwoordig veel beter kunnen determineren wat er aan de hand is met een kind en vervolgens veel meer kunnen doen om het welzijn van dat kind te verbeteren.

Daarbij is het wellicht zo dat we, sinds de Jeugdzorg als verantwoordelijkheid is verschoven naar de gemeenten, beter en eerder zicht hebben op kinderen die vastlopen. De lijnen zijn korter dan voorheen. Hoe dichterbij zorg wordt georganiseerd, hoe beter die over het algemeen wordt gevonden.

Als we al deze factoren meenemen, is het dan wellicht logisch dat de kosten voor Jeugdzorg toenemen?

Als we betere en tijdige toegang tot fysieke zorg belangrijk vinden omdat we mensen willen beschermen van ziekten en we steeds meer aandoeningen kunnen genezen als we er tijdig bij zijn, waarom nemen we de jeugd hierin dan met een andere maat? Zorg is zorg en als de maatschappij zorgvragen veroorzaakt, is de maatschappij ook verplicht zorg te dragen.

De jeugd is een ongeorganiseerde groep en daarmee een makkelijk doelwit om op te bezuinigen, een staking op scholen van leerlingen omdat er op Jeugdzorg wordt bezuinigd is niet waarschijnlijk. Wij als volwassenen zijn aangewezen om hen te beschermen.